Dutch Meaning of vivify
bezielen
Other Dutch words related to bezielen
- animeren
- stimuleren
- activeren
- opwekken
- wakker maken
- beugel
- gejuich
- rijden
- elektrificeren
- energie geven
- opvrolijken
- Opgewekt
- vuur
- Inspireren
- verkwikken
- starthulp
- lift
- motiveren
- motief
- voortstuwen
- uitlokken
- versnellen
- Recreatie
- doen herleven
- wekken
- vonk
- roeren
- versterken
- trigger
- vitaliseren
- versterken
- opvrolijken
- opvrolijken
- rits
- aanzetten
- activeren
- wakker
- boost
- Boei
- kosten
- bemoedigen
- Ontsteken
- Fermenteren
- tikje
- Aanwakkeren
- versterken
- galvaniseren
- bemoedigen
- aandrijven
- aanzetten
- ontsteken
- infuseren
- aanzetten
- opladen
- aansteken
- bewegen
- verhogen
- bijeenkomst
- Reactiveren
- reanimeren
- opnieuw wekken
- opladen
- Vernieuwen
- regenereren
- verfrissen
- verjongen
- Herontbranden
- vernieuwen
- herrijzen
- reanimeren
- reanimeren
- weggaan
- piek
- Staal
- aanzetten
- Ontvlammen
- gember (omhoog)
- opvrolijken
- re-energizen
- (op)waken
- opkloppen
- vochtig
- bevochtigen
- dempen
- riool
- saai
- verzwakken
- uitlaat
- ondermijnen
- verzwakken
- dragen
- vermoeid
- Burn-out
- controle
- Trottoirband
- verzwakken
- ontmoedigen
- verzwakken
- vermoeidheid
- Lastigvallen
- remmen
- Knock-out
- blussen
- onderdrukken
- Beperken
- sap
- langzaam
- stunt
- onderdrukken
- Wegwassen
- verslijten
- ontmoedigen
- demoraliseren
- Ontmoedigen
- ontmoedigen
- jade
- nog
- moe
Nearest Words of vivify
Definitions and Meaning of vivify in English
vivify (v)
give new life or energy to
make more striking or animated
vivify (v. t.)
To endue with life; to make to be living; to quicken; to animate.
FAQs About the word vivify
bezielen
give new life or energy to, make more striking or animatedTo endue with life; to make to be living; to quicken; to animate.
animeren,stimuleren,activeren,opwekken,wakker maken,beugel,gejuich,rijden,elektrificeren,energie geven
vochtig,bevochtigen,dempen,riool,saai,verzwakken,uitlaat,ondermijnen,verzwakken,dragen
vivified => verlevendigd, vivificative => levendmakend, vivification => Levensverlening, vivificate => levendmakend, vivifical => levendmakend,