Dutch Meaning of use up
opmaken
Other Dutch words related to opmaken
- absorberen
- branden
- consumeren
- riool
- uitlaat
- afspelen
- verminderen
- besteden
- gebruik
- opvraging
- opraken
- Verminderen
- uitputten
- verslinden
- eten
- leeg
- uitgeven
- verminderen
- Bankroet
- slag
- kreupele
- verzwakken
- De-escaleren
- verminderen
- uitschakelen
- inkrimpen
- opdrogen
- verminderen
- Verarmen
- minder
- Lager
- doorlopen
- sap
- ondermijnen
- Afval
- verzwakken
- schoon (buiten)
Nearest Words of use up
Definitions and Meaning of use up in English
use up (v)
use up (resources or materials)
require (time or space)
FAQs About the word use up
opmaken
use up (resources or materials), require (time or space)
absorberen,branden,consumeren,riool,uitlaat,afspelen,verminderen,besteden,gebruik,opvraging
vergroten,afdwingen,vergroting,vernieuwen,vervangen,steun,vergroten,bewaren,herbouwen,versterken
use of goods and services => gebruik van goederen en diensten, use immunity => gebruiksvrijstelling, use => gebruik, usda => USDA (United States Department of Agriculture), uscb => University of South Carolina,
