FAQs About the word take the count

de telling nemen

be counted out; remain down while the referee counts to ten

val,verliezen,gooien,zich terugtrekken,twijfelen,instorting,breuk,flop,vouwen,Verbeuren

overheersen,succes,triomf,winnen,veroveren,bloeien,floreren,voorspoedig zijn

take the cake => de taart nemen, take the bull by the horns => De koe bij de horens vatten, take the air => een ommetje maken, take ten => Pauze van tien nemen., take stock => de balans opmaken,