Dutch Meaning of setting (to)
instelling (op)
Other Dutch words related to instelling (op)
- zich inspannen
- Vestigen (omlaag)
- adressering
- verdergaand
- begaan
- betreffende
- betrekken
- onderdompeling (in)
- neerzetten
- versleten
- die solliciteert
- buigen
- Gesp
- bezig
- toewijdend
- Boeiend
- Uitoefenend
- uitputtend
- Giving = Geven
- hameren (weg)
- een duit in het zakje doen
- ploegen
- Doormeubelen (doorwerken)
- opnieuw aanmelden
- uitgaven
- Inspanning
- benadrukkend
- Belastend
- onrustwekkend
- werkende
Nearest Words of setting (to)
- setting about => beginnen met
- setting apart => het opzij zetten
- setting aside => opzij
- setting at => Instelling op
- setting back => terugzetten
- setting by => Ingesteld door
- setting down => instellen
- setting eyes on => De ogen te richten op
- setting foot in => voet zetten in
- setting forth => uiteenzetten
Definitions and Meaning of setting (to) in English
setting (to)
to begin actively and earnestly, a usually brief and vigorous fight or debate, to begin fighting
FAQs About the word setting (to)
instelling (op)
to begin actively and earnestly, a usually brief and vigorous fight or debate, to begin fighting
zich inspannen,Vestigen (omlaag),adressering,verdergaand,begaan,betreffende,betrekken,onderdompeling (in),neerzetten,versleten
treuzelen,prutsen (aan),dollen,stationair draaien,klooien,apenstreken uithalen,spelen,wat rommelen,aan het klungelen (rond),onbeduidend
settees => Zetels, sets up => richt op, sets one's teeth on edge => De tanden op elkaar zetten, sets on => zet aan, sets eyes on => krijgt in het oog,