Dutch Meaning of self-ruling
zelfbesturend
Other Dutch words related to zelfbesturend
Nearest Words of self-ruling
- self-revelation => zelfonthulling
- self-reproachful => zelfverwijtend
- self-reliances => zelfvertrouwen
- self-regarding => egoïstisch
- self-reflective => zelfreflectief
- self-reflection => zelfreflectie
- self-recrimination => zelfverwijt
- self-recognition => zelfherkenning
- self-questioning => Zelfbeproeving
- self-protective => zelfbeschermend
- self-scrutiny => zelfonderzoek
- self-searching => zelfonderzoek
- self-starters => Self-starters
- self-subsistence => zelfvoorziening
- self-subsistent => zelfvoorzienend
- self-subsisting => zelfvoorzienend
- self-sufficiencies => Zelfvoorzieningen
- self-support => zelfredzaamheid
- self-supported => zelfstandig
- self-supports => Zelfdragend
Definitions and Meaning of self-ruling in English
self-ruling
self-governing
FAQs About the word self-ruling
zelfbesturend
self-governing
democratisch,Republikeins,zelfbesturend,libertarian,populair,vertegenwoordiger
autocratisch,monarchistisch,Niet-democratisch,tiranniek,ondemocratisch,despotisch,dictatoraal,monarchistisch,monarchisch,tiranniek
self-revelation => zelfonthulling, self-reproachful => zelfverwijtend, self-reliances => zelfvertrouwen, self-regarding => egoïstisch, self-reflective => zelfreflectief,
