Dutch Meaning of self-questioning

Zelfbeproeving

Other Dutch words related to Zelfbeproeving

Definitions and Meaning of self-questioning in English

self-questioning

examination of one's own actions and motives

FAQs About the word self-questioning

Zelfbeproeving

examination of one's own actions and motives

contemplatie,introspectie,zelfonderzoek,zoektocht naar de ziel,Zelfobservatie,zelfreflectie,zelfonderzoek,zelfonderzoek,Introversie,Meditatie

egocentrisch,egoïstisch,egoïstisch,egoïstisch,egoïstisch,narcistisch,egoïstisch,egocentrisch,egoïstisch,egoïstisch

self-protective => zelfbeschermend, self-promoting => zelfpromotie, self-promoter => zelfpromotor, self-preoccupied => zelfingenomen, self-preoccupation => zelfingenomenheid,