Dutch Meaning of self-confidently
zelfverzekerd
Other Dutch words related to zelfverzekerd
- stoutmoedig
- onbeschaamd
- schaamteloos
- moedig
- onverschrokken
- onbevreesd
- onvoorzichtig
- impulsief
- onvoorzichtig
- onverschrokken
- manhaftig
- roekeloos
- dapper
- dapper
- standvastig
- avontuurlijk
- stoutmoedig
- dapper
- gedurfd
- vastberaden
- dapper
- stevig
- onnadenkend
- moedig
- nauwelijks
- roekeloos
- heldhaftig
- impulsief
- roekeloos
- resoluut
- geestig
- stevig
- onnadenkend
- woest
- dapper
- overmoedig
- moedig
- gek
- moedig
- haastig
- krankzinnig
- moedig
- overhaast
- dappere
- driftig
- dapper
- avontuurlijk
- Avontuurlijk
Nearest Words of self-confidently
- self-congratulation => zelfgenoegzaamheid
- self-consequence => zelfgevolg
- self-containment => zelfvoorzienendheid
- self-content => tevreden met zichzelf
- self-contented => zelfvoldaan
- self-contentment => Zelfgenoegzaamheid
- self-controlled => beheerst
- self-critical => Zelfkritisch
- self-dependence => zelfredzaamheid
- self-deprecatingly => zelfbekritiserend
Definitions and Meaning of self-confidently in English
self-confidently
confidence in oneself and in one's powers and abilities
FAQs About the word self-confidently
zelfverzekerd
confidence in oneself and in one's powers and abilities
stoutmoedig,onbeschaamd,schaamteloos,moedig,onverschrokken,onbevreesd,onvoorzichtig,impulsief,onvoorzichtig,onverschrokken
Laf,aarzelend,bevreesd,nerveus,verlegen,schuchter,schuchter, lafhartig,angstig,met vrees
self-confidences => zelfvertrouwen, self-confession => bekentenis, self-concerned => egoïstisch, self-concept => Zelfconcept, self-composedness => zelfbeheersing,