Dutch Meaning of public speaking
Openbaar spreken
Other Dutch words related to Openbaar spreken
Nearest Words of public speaking
- public speaker => Spreker in het openbaar
- public service => openbare dienst
- public servant => Ambtenaar
- public security => Openbare veiligheid
- public school => Openbare school
- public relations person => Public relations-medewerker
- public relations man => PR-medewerker
- public relations => public relations
- public prosecutor => officier van justitie
- public property => Openbaar bezit
- public square => Openbare ruimte
- public toilet => Openbaar toilet
- public transit => openbaar vervoer
- public transport => Openbaar vervoer
- public treasury => Openbare schatkist
- public trust => openbaar vertrouwen
- public utility => Nutsbedrijf
- public utility company => Nutsbedrijf
- public works => Openbare werken
- publically => openbaar
Definitions and Meaning of public speaking in English
public speaking (n)
delivering an address to a public audience
FAQs About the word public speaking
Openbaar spreken
delivering an address to a public audience
welsprekendheid,retorica,toespraak,toespraak,Welsprekendheid,Welbespreedheid,bombast,hoogdravendheid,praten
No antonyms found.
public speaker => Spreker in het openbaar, public service => openbare dienst, public servant => Ambtenaar, public security => Openbare veiligheid, public school => Openbare school,
