Dutch Meaning of positivistic
positivistisch
Other Dutch words related to positivistisch
- vrolijk
- optimistisch
- positief
- positivist
- vrolijk
- hoopvol
- Idealist
- idealistisch
- Onpraktisch
- Panglossiaans
- Pollyanna
- pollyannaïstisch
- Pollyannisch
- Romantisch
- Rozekleurig
- roos** (ˈroːs)
- zonnig
- optimistisch
- utopisch
- Gelukkig
- vrolijk
- troostrijk
- bemoedigend
- gunstig
- gouden
- waarschijnlijk
- veelbelovend
- gunstig
- geruststellend
- niet cynisch
- visionair
Nearest Words of positivistic
- positivist => positivist
- positivism => Positivisme
- positiveness => positiviteit
- positively charged => positief geladen
- positively => positief
- positive stimulus => Positieve stimulus
- positive reinforcing stimulus => Positieve versterkende stimulus
- positive reinforcer => Positieve versterker
- positive pole => Positieve pool
- positive muon => positief muon
- positivity => Positiviteit
- positron => positron
- positron emission tomography => Positronemissietomografie
- positron emission tomography scanner => Positronemissietomografiescanner
- posology => dosering
- posse => bende
- posse comitatus => posse comitatus
- posseman => posseman
- possess => bezitten
- possessed => bezeten
Definitions and Meaning of positivistic in English
positivistic (a)
of or relating to positivism
FAQs About the word positivistic
positivistisch
of or relating to positivism
vrolijk,optimistisch,positief,positivist,vrolijk,hoopvol,Idealist,idealistisch,Onpraktisch,Panglossiaans
cynisch,defaitistisch,fatalistisch,Nihilistisch,pessimistisch,Misantroop,Nihilist
positivist => positivist, positivism => Positivisme, positiveness => positiviteit, positively charged => positief geladen, positively => positief,