Dutch Meaning of passé
passé
Other Dutch words related to passé
- archaïsch
- ouderwets
- obsoleet
- Roestig
- verouderd
- uitgestorven
- gefossiliseerd
- middeleeuws
- middeleeuws
- Stervend
- mossig
- Neolithicum
- oud
- verouderd
- ouderwets.
- achterhaald
- prehistorisch
- prehistorisch
- Steentijd
- gepensioneerd
- ouderwets
- kapot
- versleten
- verouderd
- veroudering
- veroudering
- oud
- antediluviaans
- antiek
- atavistisch
- voorbij
- dood
- defunct
- afgedankt
- ongebruikt
- slapend
- voormalig
- verlopen
- braak
- voormalig
- muf
- historisch
- historisch
- grijs
- ledig
- inactief
- inert
- inoperabele
- inactief
- kaput
- laat
- latent
- Motteneerig
- muf
- Noachiaans
- verouderd
- ouderwets
- oude wereld
- ouderwets
- verleden
- retro
- Onbruikbaar
- onwerkbaar
- nutteloos
- verdwenen
- eerbiedwaardig
- vintage
- ouderwets
Nearest Words of passé
Definitions and Meaning of passé in English
passé
outmoded, out-of-date, behind the times, past one's prime, outmoded
FAQs About the word passé
passé
outmoded, out-of-date, behind the times, past one's prime, outmoded
archaïsch,ouderwets,obsoleet,Roestig,verouderd,uitgestorven,gefossiliseerd,middeleeuws,middeleeuws,Stervend
Hedendaagse,huidige,modern,nieuw,nieuw,recente,vers,Functioneel,Mod,gemoderniseerd
pass muster => De keuring doorstaan, pass (over) => passeren (over), pass (on) => doorgeven (aan), pass (into) => passeren (door), pass (for) => Pas (voor),
