Dutch Meaning of pass (down)
doorgeven
Other Dutch words related to doorgeven
- vreemdeling
- overbrengen
- daad
- doorgeven
- verlaten
- aanzetten
- omdraaien
- wil
- vervreemden
- toewijzen
- nalaten
- verlenen
- afstaan
- prijzen
- toewijden
- verleent
- bijdragen
- doneren
- vergunning
- Overhandigen
- make-over
- bewegen
- heden
- afstand doen
- overgave
- overdracht
- uitzenden
- vertrouwen
- vest
- verzenden
- bezorgen
- toevertrouwen
- toevertrouwen
- lease
- lenen
- laten
- lening
- passeren
- Vrijgave
- huur
- opbrengst
Nearest Words of pass (down)
Definitions and Meaning of pass (down) in English
pass (down)
to give (something) to a younger person especially within the same family
FAQs About the word pass (down)
doorgeven
to give (something) to a younger person especially within the same family
vreemdeling,overbrengen,daad,doorgeven,verlaten,aanzetten,omdraaien,wil,vervreemden,toewijzen
onteigenen
pasquinading => smaadschrift, pasquinaded => pasquinade, parvises => voorhoven, partying => Feesten, partyer => feestganger,