FAQs About the word march (with)

marcheren (met)

aangrenzend,flank,meedoen,buur,aanraken,(bijvoegen (aan)),grenst (aan),Op of tegen,communiceren (met),verbinden (met)

No antonyms found.

marauders => plunderaars, marathons => marathons, maquillage => make-up, mapping (out) => Kaartleggen (uit), mapped (out) => in kaart gebracht,