Dutch Meaning of malefaction
Slechtheid
Other Dutch words related to Slechtheid
- misdaad
- misdrijf
- Zonde
- inbreuk
- schuld
- fout
- misdrijf
- wangedrag
- Misdaad
- vergrijp
- overtreding
- zondigheid
- overtreding
- onrechtmatige inbezitneming
- vergrijp
- wetsovertreding
- Misbruik
- Breken
- corruptie
- criminaliteit
- Verdorvenheid
- storing
- zwakheid
- onwettigheid
- Zedeloosheid
- inbreuk
- onrecht
- wetteloosheid
- losbandigheid
- overtreding
- wanprestatie
- zonde
- onrechtmatigheid
- vice
- slechtheid
- discriminerende misdrijf
- haatmisdrijf
- onrechtvaardigheid
Nearest Words of malefaction
Definitions and Meaning of malefaction in English
malefaction (n.)
A crime; an offense; an evil deed.
FAQs About the word malefaction
Slechtheid
A crime; an offense; an evil deed.
misdaad,misdrijf,Zonde,inbreuk,schuld,fout,misdrijf,wangedrag,Misdaad,vergrijp
onschuld,goedheid,onschuld,onberispelijkheid,onschuld,moraal,rechtvaardigheid,deugd,no crime,foutloosheid
malediction => vervloeking, maledict => vervloekt, maledicent => kwaadaardig, maledicency => kwaadsprekerij, malecontent => misnoegde,