Dutch Meaning of linearity
lineariteit
Other Dutch words related to lineariteit
- gebogen
- spiraalvormig
- gebogen
- afgerond
- spiraal
- draaiend
- Getordeerd
- Draaien
- krom
- Golvend
- winding
- buigen
- spiraalvormig
- gekruld
- curling
- krommend
- verweven
- Geknikte
- lus
- lus
- kronkelend
- kronkelig
- spiraalvormig
- spiraalvormig
- wervelend
- omgezet
- gevlochten
- slingerend
- Weven
- kurkentrekker
- krom
- sluw
- meanderend
- draaien
- Zigzag
Nearest Words of linearity
- linearise => lineariseren
- linearensate => lineair
- linear unit => Lineaire eenheid
- linear regression => lineaire regressie
- linear programming => Lineaire programmering
- linear perspective => Lineair perspectief
- linear operator => lineaire operator
- linear measure => Lineaire maat
- linear leaf => lineair blad
- linear equation => Lineaire vergelijking
Definitions and Meaning of linearity in English
linearity (n)
the property of having one dimension
FAQs About the word linearity
lineariteit
the property of having one dimension
direct,recht,eenvoudig,rechts,onmiddellijk,ongebroken,ontkruld,onafwijkend,onwrikbaar,niet gedraaid
gebogen,spiraalvormig,gebogen,afgerond,spiraal,draaiend,Getordeerd,Draaien,krom,Golvend
linearise => lineariseren, linearensate => lineair, linear unit => Lineaire eenheid, linear regression => lineaire regressie, linear programming => Lineaire programmering,