Dutch Meaning of curling
curling
Other Dutch words related to curling
- gekruld
- gebogen
- krommend
- kronkelend
- Getordeerd
- Draaien
- winding
- buigen
- krom
- bochtig
- grillig
- kronkelig
- bochtig
- Winderig
- rondcirkelend
- bochtig
- spiraalvormig
- spiraalvormig
- kurkentrekker
- gek
- sluw
- indirecte
- lus
- rondslingerend
- rotonde
- spiraal
- spiraalvormig
- spiraalvormig
- wervelend
- ongelijkmatig
- zwervende
- Zigzag
- zigzag
Nearest Words of curling
- curling iron => Krultang
- curly => gekruld
- curly clematis => Bosrank
- curly endive => krulandijsvie
- curly grass => Krullend gras
- curly grass fern => Gekrulde grasvaren
- curly pondweed => kroesblad
- curly-coated => Krullend
- curly-coated retriever => Golden retriever met krulhaar
- curlycup gumweed => Krullerige duizendblad
Definitions and Meaning of curling in English
curling (n)
a game played on ice in which heavy stones with handles are slid toward a target
curling (s)
(of hair) making curls or having been made to curl
FAQs About the word curling
curling
a game played on ice in which heavy stones with handles are slid toward a target, (of hair) making curls or having been made to curl
gekruld,gebogen,krommend,kronkelend,Getordeerd,Draaien,winding,buigen,krom,bochtig
direct,recht,lineair,onmiddellijk
curliness => krulling, curlicue => Krul, curlew sandpiper => Krombekstrandloper, curlew => Wulp, curler => krultang,
