Dutch Meaning of lifework
levenswerk
Other Dutch words related to levenswerk
- roeping
- Werkgelegenheid
- Onderneming
- levensonderhoud
- levend
- missie
- beroep
- beroep
- handel
- Roeping
- werk
- kunst
- Opdracht
- bedrijf
- gesprek
- verloving
- veld
- spel
- concert
- leggen
- lijn
- vak
- vak
- kantoor
- racket
- taak
- afspraak
- Ligplaats
- biljet
- ambacht
- plicht
- functie
- handwerk
- Handwerk
- baan
- Lading
- plaats
- positie
- bericht
- Situatie
- Werklast
Nearest Words of lifework
- life-weary => Levensmoe
- life-time => Levenslang
- lifetime => levensduur
- life-threatening => levensbedreigende
- life-sustaining => levensondersteunend
- life-support system => levensondersteunend systeem
- life-support => Levensondersteuning
- life-style => levensstijl
- lifestyle => levensstijl
- lifestring => Levensader
Definitions and Meaning of lifework in English
lifework (n)
the principal work of your career
FAQs About the word lifework
levenswerk
the principal work of your career
roeping,Werkgelegenheid,Onderneming,levensonderhoud,levend,missie,beroep,beroep,handel,Roeping
Hobby,achtervolging,hobby
life-weary => Levensmoe, life-time => Levenslang, lifetime => levensduur, life-threatening => levensbedreigende, life-sustaining => levensondersteunend,