Dutch Meaning of invalidity
ongeldigheid
Other Dutch words related to ongeldigheid
- genezing
- Gezondheid
- gezondheid
- herstel
- Revalidatie
- degelijkheid
- welzijn
- geheelheid
- gezondheid
- comeback
- herstelperiode
- Fitness
- hardheid
- hartelijkheid
- herstellen
- bijeenkomst
- herstel
- Robuustheid
- robuustheid
- vorm
- uithoudingsvermogen
- kracht
- taaiheid
- kracht
- vitaliteit
- welzijn
- revalidatie
- bloem
- toestand
- FLUSH
- Blozen
- welvaart
- welzijn
- Snapback pet
- Vitaliteit
Nearest Words of invalidity
Definitions and Meaning of invalidity in English
invalidity (n)
illogicality as a consequence of having a conclusion that does not follow from the premisses
invalidity (n.)
Want of validity or cogency; want of legal force or efficacy; invalidness; as, the invalidity of an agreement or of a will.
Want of health; infirmity.
FAQs About the word invalidity
ongeldigheid
illogicality as a consequence of having a conclusion that does not follow from the premissesWant of validity or cogency; want of legal force or efficacy; invali
zwakte,decrepitude,ziekte,Disfunctie,afwijking,disfunctie,Zwakheid,zwakte,Invaliditeit,kreupelheid
genezing,Gezondheid,gezondheid,herstel,Revalidatie,degelijkheid,welzijn,geheelheid,gezondheid,comeback
invalidism => Invaliditeit, invalide => ongeldig, invalidator => ongeldig, invalidation => invalidatie, invalidating => ongeldigmaken,