Dutch Meaning of interjecting
interjecterend
Other Dutch words related to interjecterend
Nearest Words of interjecting
- interjection => uitroep
- interjectional => uitroepend
- interjectionalize => interjectionaliseren
- interjectionally => uitroep
- interjectionary => Interjectie
- interjoin => Interjoin
- interjoined => Met elkaar verbonden
- interjoining => met elkaar verbonden
- interjoist => hulpbalk
- interjunction => Tussenwerpsel
Definitions and Meaning of interjecting in English
interjecting (p. pr. & vb. n.)
of Interject
FAQs About the word interjecting
interjecterend
of Interject
injecterend,invoegen,inleiding,toevoegen,passend (in of erin),insinuant,interpolerend,tussenkomend,afwisselend,Weven
elimineren,behalve,extraheren,intrekking ,aftrekkend,uitstoting,Uitzetting,Afwijzing,Aftrekken,losmaken
interjected => tussengekomen, interject => tussenwerpen, interjangle => Overlappen, interjaculate => interjecteren, interjacent => tussenliggend,