Dutch Meaning of interiority
innerlijkheid
Other Dutch words related to innerlijkheid
Nearest Words of interiority
- interiorise => Internaliseren
- interior secretary => minister van Binnenlandse Zaken
- interior monologue => Interne monoloog
- interior live oak => Binnenlandse levende eik
- interior door => Binnendeur
- interior designer => interieurontwerper
- interior design => Interieurontwerp
- interior department => Ministerie van Binnenlandse Zaken
- interior decorator => Interieurarchitect
- interior decoration => Interieurdecoratie
Definitions and Meaning of interiority in English
interiority (n.)
State of being interior.
FAQs About the word interiority
innerlijkheid
State of being interior.
Essentie,binnenland,ziel,samenstelling,essentie,maken,materiaal,mogelijkheid,potentieel,geest
No antonyms found.
interiorise => Internaliseren, interior secretary => minister van Binnenlandse Zaken, interior monologue => Interne monoloog, interior live oak => Binnenlandse levende eik, interior door => Binnendeur,
