Dutch Meaning of impureness
onzuiverheid
Other Dutch words related to onzuiverheid
- Grofheid
- Grofheid
- vuiligheid
- bruto
- onzuiverheid
- wellust
- ontucht
- vulgariteit
- suggestiviteit
- mishandeling
- Gruweldaad
- blauwheid
- breedte
- lompheid
- vuil
- vuil
- Tegensmaak
- vuiligheid
- Vuilheid
- onbetamelijkheid
- laagheid
- vuiligheid
- ondeugd
- aanstootgevendheid
- vloeken
- geil
- grofheid
- dartelheid
- onbeschaamdheid
- verdorvenheid
- Verdorvenheid
- Aardsheid
- speelsheid
- Ongezetenheid
- ongepastheid
- onzorgvuldigheid
- schande
- afschuwelijkheid
- aanstokelijkheid
- weerzinwekkendheid
- perverse
- Perversie
- perverse
- afstotend vermogen
- verwerpelijkheid
- afschuw
- afstotelijkheid
- Zoutgehalte
- platheid
- onaanvaardbaarheid
- ongepastheid
- onwenselijkheid
- onaangenaamheid
- slechtheid
- excepcionaliteit
- lompheid
- kinky
- perversiteit
- Verwerpelijkheid
- grofheden
Nearest Words of impureness
Definitions and Meaning of impureness in English
impureness (n)
the condition of being impure
impureness (n.)
The quality or condition of being impure; impurity.
FAQs About the word impureness
onzuiverheid
the condition of being impureThe quality or condition of being impure; impurity.
Grofheid,Grofheid,vuiligheid,bruto,onzuiverheid,wellust,ontucht,vulgariteit,suggestiviteit,mishandeling
Gepastheid,correctheid,fatsoen,decorum,Fitness,schoolsheid,Geveinsdheid,preutsheid,preutsheid,puriteins
impurely => onzuiver, impure => Onzuiver, impuration => onzuiverheid, impunity => straffeloosheid, impunibly => ongestraft,