Dutch Meaning of impersonification
personificatie
Other Dutch words related to personificatie
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of impersonification
- impersonator => Imitator
- impersonation => verpersoonlijking
- impersonating => Zich voordoen als
- impersonated => zich voordoen als
- impersonate => zich voordoen als
- impersonally => onpersoonlijk
- impersonality => onpersoonlijkheid
- impersonal => onpersoonlijk
- imperseverant => onvolhardend
- imperscrutable => Ondoorzichtig
- imperspicuity => Onverstaanbaarheid
- imperspicuous => niet opvallend
- impersuadable => onvermurwbaar
- impersuasible => onovertuigbaar
- impertinence => onbeschaamdheid
- impertinency => onbeschaamdheid
- impertinent => impertinent
- impertinently => onbeschaamd
- impertransibility => Onvergeeflijkheid
- impertransible => intransitief
Definitions and Meaning of impersonification in English
impersonification (n.)
The act of impersonating; personification; investment with personality; representation in a personal form.
FAQs About the word impersonification
personificatie
The act of impersonating; personification; investment with personality; representation in a personal form.
No synonyms found.
No antonyms found.
impersonator => Imitator, impersonation => verpersoonlijking, impersonating => Zich voordoen als, impersonated => zich voordoen als , impersonate => zich voordoen als,