Dutch Meaning of impersonality
onpersoonlijkheid
Other Dutch words related to onpersoonlijkheid
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of impersonality
- impersonal => onpersoonlijk
- imperseverant => onvolhardend
- imperscrutable => Ondoorzichtig
- impermissibly => ontoelaatbaar
- impermissible => ontoelaatbaar
- impermissibility => ontoelaatbaarheid
- impermeableness => Ondeurdringbaar
- impermeable => waterdicht
- impermeability => ondoordringbaarheid
- impermanent => Vergankelijk
- impersonally => onpersoonlijk
- impersonate => zich voordoen als
- impersonated => zich voordoen als
- impersonating => Zich voordoen als
- impersonation => verpersoonlijking
- impersonator => Imitator
- impersonification => personificatie
- imperspicuity => Onverstaanbaarheid
- imperspicuous => niet opvallend
- impersuadable => onvermurwbaar
Definitions and Meaning of impersonality in English
impersonality (n.)
The quality of being impersonal; want or absence of personality.
FAQs About the word impersonality
onpersoonlijkheid
The quality of being impersonal; want or absence of personality.
No synonyms found.
No antonyms found.
impersonal => onpersoonlijk, imperseverant => onvolhardend, imperscrutable => Ondoorzichtig, impermissibly => ontoelaatbaar, impermissible => ontoelaatbaar,