Dutch Meaning of impersonator
Imitator
Other Dutch words related to Imitator
Nearest Words of impersonator
- impersonation => verpersoonlijking
- impersonating => Zich voordoen als
- impersonated => zich voordoen als
- impersonate => zich voordoen als
- impersonally => onpersoonlijk
- impersonality => onpersoonlijkheid
- impersonal => onpersoonlijk
- imperseverant => onvolhardend
- imperscrutable => Ondoorzichtig
- impermissibly => ontoelaatbaar
- impersonification => personificatie
- imperspicuity => Onverstaanbaarheid
- imperspicuous => niet opvallend
- impersuadable => onvermurwbaar
- impersuasible => onovertuigbaar
- impertinence => onbeschaamdheid
- impertinency => onbeschaamdheid
- impertinent => impertinent
- impertinently => onbeschaamd
- impertransibility => Onvergeeflijkheid
Definitions and Meaning of impersonator in English
impersonator (n)
someone who (fraudulently) assumes the appearance of another
impersonator (n.)
One who impersonates; an actor; a mimic.
FAQs About the word impersonator
Imitator
someone who (fraudulently) assumes the appearance of anotherOne who impersonates; an actor; a mimic.
acteur,performer,Imitator,impressionist,uitvoerder,imitator,Karikaturist,imiteren,parodist,Satiricus
Geen acteur
impersonation => verpersoonlijking, impersonating => Zich voordoen als, impersonated => zich voordoen als , impersonate => zich voordoen als, impersonally => onpersoonlijk,