Dutch Meaning of hasping
Hasping
Other Dutch words related to Hasping
- hechtend
- aanhechten
- bevestigend
- bout
- aandrukken
- klemmen
- vastgrijpend
- klinken
- knipsels
- bevestiging
- lijmen
- hangend
- benutten
- gesel
- vergrendeling
- nagelen
- plakken
- vastpinnen
- pleisteren
- boeiend
- schroeven
- vastgeketend
- plakkerig
- stevig
- tacking
- aanpakken
- binding
- juk
- grimmig
- verbindend
- Lijmen
- nieten
- binden
- schakelen
- buigen
- repareren
- toetreding
- veters
- koppeling
- verenigend
- coöpteren
- opnieuw bevestigen
- Herverzekering
- tengelen
- vastbinden
- knopen
- toedoen
- Weer aansluiten
- opnieuw vastmaken
- repareren
- losmaken
- loskoppelen
- dissociërend
- delende
- scheidende
- afscheid
- scheidend
- scheiding
- splitsing
- ongedaan maken
- losmaken
- breken
- ontkoppelen
- loskoppeling
- splitsing
- ontwrichten
- uiteenrafelend
- verdeeldheid zaaiende
- lossen
- los
- Splitsing
- aftuigen
- loskoppeling
- losbinden
- niet vastzettend
- loslating
- loskoppeling
- losknopen
Nearest Words of hasping
Definitions and Meaning of hasping in English
hasping (p. pr. & vb. n.)
of Hasp
FAQs About the word hasping
Hasping
of Hasp
hechtend,aanhechten,bevestigend,bout,aandrukken,klemmen,vastgrijpend,klinken,knipsels,bevestiging
losmaken,loskoppelen,dissociërend,delende,scheidende,afscheid,scheidend,scheiding,splitsing,ongedaan maken
hasped => op slot, hasp => hasp, haslet => haslet, hask => sst!, hasidism => Chassidisme,