Dutch Meaning of going along
meegaan
Other Dutch words related to meegaan
- komende
- doet
- gaan
- marcherende
- procedure
- meegaan
- Terreinaanwinst
- met elkaar overweg kunnen
- krijgen
- Gaan
- vorderende
- vorderend
- passerend
- Smeden
- tempo
- Versnellend
- actuerende
- nadert
- rijden
- dwingend
- reizende
- nadert
- voorbijgaand
- aandrijvende
- duwend
- reparatie
- hardlopen
- te snel rijden
- reizen
- reizen
- kronkelend
- Vooruitspoelen
- uittrekken
- blokkering
- controle
- resterende
- staande
- stoppen
- tegenhouden
- Vertragen (naar beneden of omhoog)
- verblijf
- Stam
- meeslepend
- vertragend
- aanhouding
- stoppend
- belemmerend
- belemmerend
- remmend
- onderbrekend
- obstruerend
- onderdrukkend
- Vertragend
- stilstand
- wachten
- onderdrukkend
- tegenstribbeling
- ophouden
- belemmerende
- knippen, knijpen
- pauze
- Groeiachterstand
- kramp
- afnemen
Nearest Words of going along
Definitions and Meaning of going along in English
going along
to go or travel as a companion, to act in cooperation or express agreement, to move along
FAQs About the word going along
meegaan
to go or travel as a companion, to act in cooperation or express agreement, to move along
komende,doet,gaan,marcherende,procedure,meegaan,Terreinaanwinst,met elkaar overweg kunnen,krijgen,Gaan
blokkering,controle,resterende,staande,stoppen,tegenhouden,Vertragen (naar beneden of omhoog),verblijf,Stam,meeslepend
going (with) => gaan (met), going (to) => Gaat (naar), going (on) => aan de gang, going (for) => gaan (om), going (by) => gaande (langs),