FAQs About the word go with

meegaan met

be present or associated with an event or entity, go or occur together

(met) mengen,zich aanpassen (aan),coördineren (met),harmoniseren (met),aanvulling,overeenkomen (met),parallel,supplement,optellen (tot),bedrag (aan)

No antonyms found.

go up => opgaan, go under => onder, go to war => ten oorlog trekken, go to the dogs => Achteruitgaan, go to sleep => slapen gaan,