Dutch Meaning of go (to)
gaan (naar)
Other Dutch words related to gaan (naar)
Nearest Words of go (to)
- go at => gaan naar
- go down (with) => naar beneden gaan (met)
- go in (on) => Binnengaan (op)
- go in for => meedoen aan
- go like clockwork => loopt als een klok
- go off the deep end => helemaal doordraaien
- go one better => iets nog beter doen
- go public (with) => Naar buiten brengen (met)
- go to bat for => opkomen voor
- go to one's head => Iemands hoofd op hol brengen
Definitions and Meaning of go (to) in English
go (to)
someone or something that is regularly or repeatedly chosen or employed for reliably good results, regularly or repeatedly chosen or employed for reliably good results, relied on and regularly turned to for expert knowledge, skill, or performance
FAQs About the word go (to)
gaan (naar)
someone or something that is regularly or repeatedly chosen or employed for reliably good results, regularly or repeatedly chosen or employed for reliably good
consulteren,verwijzen naar,zijn toevlucht nemen tot,wenden tot,terugvallen op,gebruik,afhankelijk (van),in dienst nemen,vertrouwen (op),gebruiken
No antonyms found.
go (on) => ga door, go (for) => gaan (voor), go (by) => gaan (met), go (away) => Ga weg, gnomes => dwergen,