Dutch Meaning of glossiness
glans
Other Dutch words related to glans
- fijnheid
- flamboyance
- pronkerig
- Opschepperij
- gladheid
- aantrekkingskracht
- Delicatesse
- wenselijkheid
- wenselijkheid
- elegantie
- voortreffelijkheid
- Volmaaktheid
- glamour
- glamour
- sappigheid
- Huwbaarheid
- perfectie
- schoonheid
- schoonheid
- stralendheid
- straling
- pracht
- vormgeving
- spetterigheid
- verhevenheid
- genot
- glorie
- Esthetiek
- beroep
- attractie
- aantrekkelijkheid
- schoonheid
- charme
- schoonheid
- schattigheid
- esthetiek
- Rechtvaardigheid
- fascinatie
- listigheid
- schoonheid
- lieflijkheid
- pracht
- schoonheid
- Schoonheid
- prachtigheid
- uiterlijk
- pracht
- Pracht
- sublimiteit
- voortreffelijkheid
- groteskheid
- Afzichtelijkheid
- huiselijkheid
- eenvoud
- lelijkheid
- onaantrekkelijkheid
- lelijkheid
- vlek
- onbehaaglijk
- verschrikkelijkheid
- Gebrek
- vuiligheid
- gruwelijkheid
- vreselijkheid
- onvolmaaktheid
- afschuwelijkheid
- vuiligheid
- aanstootgevendheid
- afstotend vermogen
- afstotelijkheid
- vreselijkheid
- Gemeenheid
- lelijkheid
- ongepastheid
Nearest Words of glossiness
Definitions and Meaning of glossiness in English
glossiness (n)
the property of being smooth and shiny
glossiness (n.)
The condition or quality of being glossy; the luster or brightness of a smooth surface.
FAQs About the word glossiness
glans
the property of being smooth and shinyThe condition or quality of being glossy; the luster or brightness of a smooth surface.
fijnheid,flamboyance,pronkerig,Opschepperij,gladheid,aantrekkingskracht,Delicatesse,wenselijkheid,wenselijkheid,elegantie
groteskheid,Afzichtelijkheid,huiselijkheid,eenvoud,lelijkheid,onaantrekkelijkheid,lelijkheid,vlek,onbehaaglijk,verschrikkelijkheid
glossina => Tseetseevlieg, glossily => glanzend, glossic => Glansrijk, glosser => glossator, glossed => gepolijst,