Dutch Meaning of gloaming
schemer
Other Dutch words related to schemer
- zwartheid
- donker
- duisternis
- schemer
- somberheid
- nacht
- schemering
- schaduwen
- kaarslicht
- middernacht
- duisternis
- Halfduister
- schaduw
- schaduw
- stroomuitval
- Spanningsdip
- bewolking
- flauw licht
- saaiheid
- flauwte
- somberheid
- grijsheid
- Schemering
- Hazigheid
- Nevel
- troebelheid
- Bleekheid
- schaduwrijk
- somberheid
- aanstoot
- Saaiheid
Nearest Words of gloaming
Definitions and Meaning of gloaming in English
gloaming (n)
the time of day immediately following sunset
gloaming (n.)
Twilight; dusk; the fall of the evening.
Sullenness; melancholy.
FAQs About the word gloaming
schemer
the time of day immediately following sunsetTwilight; dusk; the fall of the evening., Sullenness; melancholy.
zwartheid,donker,duisternis,schemer,somberheid,nacht,schemering,schaduwen,kaarslicht,middernacht
vlam,helderheid,Briljantheid,dag,daglicht,schittering,gloed,licht,lichtheid,maanlicht
gloam => schemering, glitz => glitter, glittery => Glinsterend, glitteringly => glinsterend, glittering => Glinsterend,