Dutch Meaning of gladder
blijer
Other Dutch words related to blijer
- Verblijd
- blij
- blij
- tevreden
- dankbaar
- zalig
- vrolijk
- blij
- dankbaar
- hoopvol
- vreugdevol
- blij
- opgetogen
- stralend
- zaligmakend
- vrolijk
- vrolijk
- drijvend
- vrolijk
- opgetogen
- verheugd
- verrukt
- euforisch
- opgetogen
- uitbundig
- juichend
- blij
- opgeruimd
- dronken
- vrolijk
- joviaal
- jubelend
- lachend
- onbezorgd
- vrolijk
- vrolijk
- optimistisch
- verrukt
- verheugend
- rhapsodisch
- glimlachend
- zonnig
- tevreden
- optimistisch
- ontevreden
- ontevreden
- verdrietig
- ongelukkig
- ontevreden
- ellendig
- benadeeld
- Gekweld
- blauw
- gebroken hart
- neerslachtig
- neerslachtig
- neerslachtig
- mismoedig
- ontmoedigd
- neerslachtig
- verlaten
- vreugdeloos
- melancholie
- treurig
- treurig
- sorry
- Ongemakkelijk
- donker
- woest
- mismoedig
- droefgeestig
- droevig
- neerslachtig
- somber
- neerslachtig
- grijs
- grijs
- bedroefd
- gebroken hart
- met een gebroken hart
- huilerig
- klaaglijk
- bedrukt
- treurig
Nearest Words of gladder
Definitions and Meaning of gladder in English
gladder (n.)
One who makes glad.
FAQs About the word gladder
blijer
One who makes glad.
Verblijd,blij,blij,tevreden,dankbaar,zalig,vrolijk,blij,dankbaar,hoopvol
ontevreden,ontevreden,verdrietig,ongelukkig,ontevreden,ellendig,benadeeld,Gekweld,blauw,gebroken hart
gladdening => verblijdend, gladdened => verblijd, gladden => verheugen, gladded => blij, glad hand => stevig hand,