Dutch Meaning of freeness
vrijheid
Other Dutch words related to vrijheid
Nearest Words of freeness
Definitions and Meaning of freeness in English
freeness (n.)
The state or quality of being free; freedom; liberty; openness; liberality; gratuitousness.
FAQs About the word freeness
vrijheid
The state or quality of being free; freedom; liberty; openness; liberality; gratuitousness.
autonoom,onafhankelijk,democratisch,vrijstaande,bevrijd,afzonderlijk,soeverein,soeverein,geleverd,geëmancipeerd
gebonden,afhankelijk,niet-autonoom,onderwerp,onvrij,Gevangene,veroverd,Tot slaaf gemaakte,geboeid,inferieur
free-minded => vrijdenkend, free-milling => gemakkelijk te frezen, freemen => vrije mannen, freemasonry => vrijmetselarij, freemasonic => vrijmetselaars,