Dutch Meaning of freebooting
vrijbuiterij
Other Dutch words related to vrijbuiterij
Nearest Words of freebooting
- freebooty => buit
- freeborn => vrijgeboren
- freed => bevrijd
- free-denizen => vrij burger
- freedman => vrijgelatene
- freedmen => vrijgelatenen
- freedom => vrijheid
- freedom fighter => vrijheidsstrijder
- freedom from cruel and unusual punishment => Bescherming tegen wrede en ongebruikelijke straffen
- freedom from discrimination => vrijheid van discriminatie
Definitions and Meaning of freebooting in English
freebooting (n.)
Robbery; plunder; a pillaging.
freebooting (a.)
Acting the freebooter; practicing freebootery; robbing.
FAQs About the word freebooting
vrijbuiterij
Robbery; plunder; a pillaging., Acting the freebooter; practicing freebootery; robbing.
piraat,Buccaneer,kaper,Kaper,schender,plunderaar,Plunderaar,plunderaar,plunder,rover
No antonyms found.
freebootery => piraterij, freebooter => vrijbuiter, freeboard deck => Vrijboorddek, freebie => Gratis, freebee => gratis,
