Dutch Meaning of forearm
Onderarm
Other Dutch words related to Onderarm
Nearest Words of forearm
- foreappointment => afspraak
- foreappoint => vooraf vaststellen
- fore-and-after => Voor-en-na
- fore-and-aft topsail => Voorste en achterste marszeil
- fore-and-aft sail => Voor-en-achterzeil
- fore-and-aft rig => Voor- en achtertuig
- fore-and-aft => voor- en achterste
- forealleging => vooralsnog bewerend
- forealleged => vermeend
- foreadvise => vooraf adviseren
Definitions and Meaning of forearm in English
forearm (n)
the part of the superior limb between the elbow and the wrist
forearm (v)
arm in advance of a confrontation
forearm (v. t.)
To arm or prepare for attack or resistance before the time of need.
forearm (n.)
That part of the arm or fore limb between the elbow and wrist; the antibrachium.
FAQs About the word forearm
Onderarm
the part of the superior limb between the elbow and the wrist, arm in advance of a confrontationTo arm or prepare for attack or resistance before the time of ne
beugel,versterken,zenuw,arm,Klaar,Staal,versterken,steun,steunbeer,Comfort
ontmoedigen,schudden,ontmoedigen,verzwakken,demoraliseren,Ontmoedigen,neergeslagen,psychisch (uit),sap,verzachten
foreappointment => afspraak, foreappoint => vooraf vaststellen, fore-and-after => Voor-en-na, fore-and-aft topsail => Voorste en achterste marszeil, fore-and-aft sail => Voor-en-achterzeil,
