Dutch Meaning of fire (up)
Aansteken
Other Dutch words related to Aansteken
- aanmoedigen
- uitlokken
- stimuleren
- gas geven
- opwekken
- rijden
- Opgewekt
- aanzetten
- induceren
- Inspireren
- aanzetten
- motiveren
- motief
- bewegen
- prikken
- weggaan
- vonk
- roeren
- trigger
- Stook het vuurtje onder hem op
- toets (omhoog)
- opkloppen
- aanzetten
- activeren
- verergeren
- woede
- animeren
- irriteren
- storen
- energie geven
- woedend maken
- ventilator
- Fermenteren
- Aanwakkeren
- galvaniseren
- krijgen
- ontsteken
- bezielen
- ontsteken
- irriteren
- spotten
- aansteken
- versnellen
- verhogen
- honen
- plagen
- van streek
- vitaliseren
- Ontvlammen
- opblazen
Nearest Words of fire (up)
Definitions and Meaning of fire (up) in English
fire (up)
to fill (someone) with energy or enthusiasm, to cause (something) to start working, to start (something) by lighting a fire
FAQs About the word fire (up)
Aansteken
to fill (someone) with energy or enthusiasm, to cause (something) to start working, to start (something) by lighting a fire
aanmoedigen,uitlokken,stimuleren,gas geven,opwekken,rijden,Opgewekt,aanzetten,induceren,Inspireren
Kalm,verzachten,onderwerpen,kalmeren,verzachten,kalmeren,sussen,kalmeren,kalmeren
fiords => fjorden, fins => vinnen, finks => finks, fink out => uitvogelen, finishes => beëindigt,