Dutch Meaning of factor (in or into or out)
factor (in of in of uit)
Other Dutch words related to factor (in of in of uit)
- toelaten (voor)
- aftrekken
- opgenomen in
- bedenken
- schaal
- oplossen (voor)
- Optellen
- kalibreren
- Cijfer
- berekenen
- meter
- meter
- maatregel
- nummer
- quantify **kwantificeren
- trainen
- Toevoegen
- taxeren
- beoordelen
- gemiddeld
- berekenen
- tellen
- verdelen
- schatting
- evalueren
- figuur
- specificeren
- vermenigvuldigen
- kwantiteit
- denken
- aftrekken
- som
- telling
- totaal
- totaliseren
- Waarde
Nearest Words of factor (in or into or out)
- factor (in or into) => factor (in of in)
- factor (out) => factoren (uit)
- factored (in or into or out) => gefactoreerd (in of in of uit)
- factoring (in or into or out) => Factorisatie (in of in of uit)
- factors => factoren
- facts => feiten
- fade (away) => Vervaagt (weg)
- faded (away) => vervaagd (weg)
- fades => Vervaagt
- fading (away) => (verzwakking) geleidelijk aan
Definitions and Meaning of factor (in or into or out) in English
factor (in or into or out)
No definition found for this word.
FAQs About the word factor (in or into or out)
factor (in of in of uit)
toelaten (voor),aftrekken,opgenomen in,bedenken,schaal,oplossen (voor),Optellen,kalibreren,Cijfer,berekenen
No antonyms found.
factoids => Feiten, factions => facties, facticity => feitelijkheid, fact-checking => Factchecking, fact-checked => factchecked,