Dutch Meaning of subtract

aftrekken

Other Dutch words related to aftrekken

synoniemen

• aftrekken
• Verminderen
• korting
• verminderen
• verminderen
• afkorting
• Afkorten
• clip
• gewas
• inkorten
• knippen
• bezuiniging
• inkorten
• verminderen
• dok
• inkrimpen
• verminderen
• namaak
• minder
• Lager
• pare
• Gedroogde pruim
• shorten
• Schuine streep
• opstijgen
• Versieren
• afkappen

antoniemen

• Toevoegen
• bijlage
• Toevoegen
• aanvulling
• verbeteren
• vergroting
• vermenigvuldigen
• supplement
• Aanhechten
• aangrenzend
• versterken
• vergroten
• boost
• samengesteld
• vergroten
• Escaleren
• uitbreiden
• verhogen
• Intensiveren
• vergroten
• verhogen

Definitions and Meaning of subtract in English

Wordnet

subtract (v)

make a subtraction

take off or away

FAQs About the word subtract

What is the Dutch meaning of the word subtract

aftrekken

What is the English meaning of the word aftrekken

make a subtraction, take off or away

What are the synoniemen of the word aftrekken

aftrekken,Verminderen,korting,verminderen,verminderen,afkorting,Afkorten,clip,gewas,inkorten

What are the antoniemen of the word aftrekken

Toevoegen,bijlage,Toevoegen,aanvulling,verbeteren,vergroting,vermenigvuldigen,supplement,Aanhechten,aangrenzend