Dutch Meaning of extirpator
Uitroeier
Other Dutch words related to Uitroeier
- afschaffen
- uitroeien
- wissen
- annuleren
- uitwissen
- wissen
- Liquideren
- vernietigen
- uitwissen
- schoonmaken (opruimen)
- stempelen (uitbannen)
- Bestrooien (wegvegen)
- Stroomuitval
- uitwissen
- Ontploffing
- consumeren
- koppelteken
- Decimeren
- verslinden
- afdanken
- Demonteren
- oplossen
- Greppel
- uitwerpen
- accijns
- uitzetten
- afgerond
- platmaken
- fragment
- afzetten
- poeder
- verwoesting
- met de grond gelijk maken
- wissen
- ruïnes
- breken
- kapotmaken
- afbreken
- beëindigen
- totaal
- Afval
- wrak
- maaien
- (uitroeien)
- (uit)doven
Nearest Words of extirpator
Definitions and Meaning of extirpator in English
extirpator (n.)
One who extirpates or roots out; a destroyer.
FAQs About the word extirpator
Uitroeier
One who extirpates or roots out; a destroyer.
afschaffen,uitroeien,wissen,annuleren,uitwissen,wissen,Liquideren,vernietigen,uitwissen,schoonmaken (opruimen)
bouwen,conserveren,Maken,bewaren,beschermen,bewaar,constructie,fabriceren,repareren,smeden
extirpative => uitroeibaar, extirpation => uitroeiing, extirpated => uitgeroeid, extirpable => uitroeibaar, extirp => uitroeien,