Dutch Meaning of enjoyable
plezierig
Other Dutch words related to plezierig
- heerlijk
- aangenaam
- goed
- aardig
- aangenaam
- aangenaam
- plezierig
- bevredigend
- zoet
- aangenaam
- grappig
- aantrekkelijk
- gezegend
- gezegend
- charmant
- comfortabel
- troostrijk
- gezellig
- wenselijk
- dromerig
- Amusant
- fascinerend
- gelukkig
- dankbaar
- bevredigend
- blij
- hemels
- vrolijk
- lekker
- smakelijk
- mooi
- smakelijk
- verzachtend
- lekker
- verleidelijk
- Welkom
- Vriendelijk
- verleidelijk
- vriendelijk
- zalig
- kalmerend
- vrolijk
- vrolijk
- schat
- verrukkelijk
- afleidend
- zoet
- opgetogen
- betoverend
- euforisch
- opwindend
- geniaal
- blij
- behoorlijk
- goedaardig
- vriendelijk
- gastvrij
- uitnodigend
- blij
- vriendelijk
- sympathiek
- verrukt
- recreatief
- smakelijk
- hartig
- verfoeilijk
- saai
- onaangenaam
- onsmakelijk
- saai
- griezelig
- hels
- vreselijk
- afstotelijk
- kwetsend
- weerzinwekkend
- weerzinwekkend
- vervelend
- onsmakelijk
- onaangenaam
- Ongewenst
- afschuwelijk
- verergerend
- vervelend
- gallig
- alledaags
- beklagenswaardig
- deprimerend
- ontmoedigend
- somber
- onaangenaam
- onbevredigend
- droefgeestig
- Droevig
- ergerlijk
- plat
- somber
- vreselijk
- hartverscheurend
- vijandig
- slap
- vervelend
- irriterend
- vreugdeloos
- betreurenswaardig
- treurig
- treurig
- ongezellig
- Betreurenswaardig
- insectenwerend middel
- afwerend middel
- weerzinwekkend
- verdrietig
- treurig
- oudbakken
- tragisch
- tragisch
- ongelukkig
- onaangenaam
- hinderlijk
- laag
- vies
- pijnlijk
- verontrustend
- droevig
- Woedend
- verbieden
- hartverscheurend
- woedend
- intimiderend
- huilerig
- gekmakend
- verontrustend
- verontrustend
- irriterend
- vies
Nearest Words of enjoyable
Definitions and Meaning of enjoyable in English
enjoyable (s)
affording satisfaction or pleasure
enjoyable (a.)
Capable of being enjoyed or of giving joy; yielding enjoyment.
FAQs About the word enjoyable
plezierig
affording satisfaction or pleasureCapable of being enjoyed or of giving joy; yielding enjoyment.
heerlijk,aangenaam,goed,aardig,aangenaam,aangenaam,plezierig,bevredigend,zoet,aangenaam
verfoeilijk,saai,onaangenaam,onsmakelijk,saai,griezelig,hels,vreselijk,afstotelijk,kwetsend
enjoy => genieten, enjoinment => bevel, enjoining => Bevelen, enjoiner => verplichter, enjoined => opgedragen,