Dutch Meaning of dissoluteness
losbandigheid
Other Dutch words related to losbandigheid
- corruptie
- corruptie
- degradatie
- laaghartigheid
- ontwaarding
- decadentie
- decadentie
- degeneratie
- degeneratie
- degeneratie
- Demoralisatie
- Verdorvenheid
- dissipaties
- kwaad
- Libertinage
- libertinisme
- Perversie
- guitigheid
- zondigheid
- Turpitude
- as
- vuiligheid
- gangreen
- Zedeloosheid
- perversiteit
- rotten
- Ellende
- Slechtheid
- slechtheid
Nearest Words of dissoluteness
Definitions and Meaning of dissoluteness in English
dissoluteness (n)
indiscipline with regard to sensuous pleasures
dissoluteness (n.)
State or quality of being dissolute; looseness of morals and manners; addictedness to sinful pleasures; debauchery; dissipation.
FAQs About the word dissoluteness
losbandigheid
indiscipline with regard to sensuous pleasuresState or quality of being dissolute; looseness of morals and manners; addictedness to sinful pleasures; debauchery
corruptie,corruptie,degradatie,laaghartigheid,ontwaarding,decadentie,decadentie,degeneratie,degeneratie,degeneratie
goedheid,moraal,deugd,rechtvaardigheid
dissolutely => losbandig, dissolute => ongebonden, dissolubleness => oplosbaarheid, dissoluble => Oplosbaar, dissolubility => oplosbaarheid,
