Dutch Meaning of deanship
decanaat
Other Dutch words related to decanaat
- kapiteinschap
- voorzitterschap
- dictatuur
- generaalsrang
- gouverneurschap
- koningschap
- Meesterschap
- meesterschap
- Premier League
- presidentschap
- Presidentschap
- superintendentie
- stamhoofdmanschap
- Bestuur
- dominantie
- domein
- Eminentie
- voorhoede
- Jurisdictie
- lood
- Soevereiniteit
- zwaaien
- troon
- voorsprong
- voorhoede
- stoel
- commando
- leiderschap
- hoogte
- helm
- voetstuk
- top
- Stoel
- soevereiniteit
- top
Nearest Words of deanship
Definitions and Meaning of deanship in English
deanship (n)
the position or office of a dean
deanship (n.)
The office of a dean.
FAQs About the word deanship
decanaat
the position or office of a deanThe office of a dean.
kapiteinschap,voorzitterschap,dictatuur,generaalsrang,gouverneurschap,koningschap,Meesterschap,meesterschap,Premier League,presidentschap
rangen
deanery => decanaat, deaneries => dekanaten, dean swift => Jonathan Swift, dean martin => Dean Martin, dean gooderham acheson => Dean Gooderham Acheson,