Dutch Meaning of churchliness
kerkelijkheid
Other Dutch words related to kerkelijkheid
- geestelijke
- kerkelijk
- religieus
- kerkelijk
- bisschoppelijk
- evangelisch
- evangelisch
- ministerieel
- pauselijk
- sacramenteel
- apostolisch
- gezegend
- gezegend
- canoniek
- klerikaal
- gewijd
- goddelijk
- geheiligd
- heilig
- Pastoraal, landelijk
- patriarchale
- Pauselijk
- priesterlijk
- rabbijns
- rabbinaal
- priesterlijk
- heilig
- heilig
- gewijd
Nearest Words of churchliness
Definitions and Meaning of churchliness in English
churchliness (n.)
Regard for the church.
FAQs About the word churchliness
kerkelijkheid
Regard for the church.
geestelijke,kerkelijk,religieus,kerkelijk,bisschoppelijk,evangelisch,evangelisch,ministerieel,pauselijk,sacramenteel
leggen,seculier,slaap,niet-kerkelijk,niet-confessioneel,niet-kerkelijk,niet-confessioneel,profaan,wereldlijk
churchlike => kerkgewijs, churchless => kerkloos, churchism => Kerkelijkheid, churching => Kerkritueel voor moeders na de bevalling, churchillian => churchillian,