Dutch Meaning of bulk (up)
in bulk
Other Dutch words related to in bulk
- accumuleren
- samenstellen
- verzamelen
- omheining
- oogsten
- verzamelen
- groep
- Afronden
- Bijeenkomst
- verzamelen
- bal
- combineren
- Concentraat
- bijeenkomen
- sterrenbeeld
- meedoen
- knobbel
- Pakket
- oprapen
- archief
- indelen
- Band
- partij
- Brigade
- bos
- cluster
- compileren
- verbinden
- kudde
- stapel
- kudde
- bijenkorf
- groep
- link
- samenvoegen
- verzamelen
- organiseren
- stapel
- zwembad
- pers
- verhogen
- bijeenkomst
- hergroeperen
- Stapel
- zwerm
- systematiseren
- menigte
- verenigen
- schrapen
Nearest Words of bulk (up)
Definitions and Meaning of bulk (up) in English
bulk (up)
to gain weight especially by becoming more muscular, to cause to bulk up
FAQs About the word bulk (up)
in bulk
to gain weight especially by becoming more muscular, to cause to bulk up
accumuleren,samenstellen,verzamelen,omheining,oogsten,verzamelen,groep,Afronden,Bijeenkomst,verzamelen
verdrijven,verspreiden, verstrooien,verdampen,verspreiden,afzonderlijk,uit elkaar gaan,uit elkaar gaan,desintegreren,afwijzen,oplossen
bulges => uitstulpingen, built-ins => inbouwoven, built up => opgebouwd, built (up) => gebouwd (op), buildups => opbouw,
