FAQs About the word break out (with)

(het uitmaken met)

Neergaan (met),naar beneden gaan (met),ziek worden (van),vangen,Contract,sterven (aan),krijgen,bezwijken (voor),nemen,verspillen (ver weg)

terugkomen,winst,genezen,herstellen,herstellen (van),repareren,terugkrijgen,herstellen,schudden (af),terugveren

break out (of) => (uitbreken (van)), break off (with) => verbreken (met), break free => Losbreken, break (in) => inbraak, breadths => breedten,