Dutch Meaning of break (in)
inbraak
Other Dutch words related to inbraak
Nearest Words of break (in)
- break free => Losbreken
- break off (with) => verbreken (met)
- break out (of) => (uitbreken (van))
- break out (with) => (het uitmaken met)
- break the law => De wet overtreden
- breakdowns => storingen
- breakfront => vitrinekast
- breaking (in) => inbraak
- breaking bread => brood breken
- breaking down => afbreken
Definitions and Meaning of break (in) in English
FAQs About the word break (in)
inbraak
inbreken,inbreken,oplichterij,Zak,vasthouden,onrechtmatige inbezitneming,plunderen,stop,buit,plundering
No antonyms found.
breadths => breedten, breadbaskets => graanschuren, breaches => inbreuken, brays => balkt, brawly => knap,
