Dutch Meaning of beggarliness
bedelarij
Other Dutch words related to bedelarij
- bedelaar
- Failliet
- arm
- arm
- Bankroet
- failliet
- neerslachtig
- beroofd
- armlastig
- berooid
- hongerig
- krap bij kas
- onvermogend
- behoeftig
- noodzakelijk
- nodig
- behoeftig
- Uit eigen zak
- verarmd
- Berooid
- armoedig
- armoedig
- Gebroken
- versleten
- straatarm
- versleten aan de ellebogen
- met ellebogen buiten de mouwen
- buste, borstbeeld
- gearresteerd
- kansarmen
- onteigend
- in nood
- van de hand in de tand
- moeilijk
- insolvent
- Laag
- geknepen
- gereduceerd
- verwoest
- kort
- Minderbedeelde
- Krap bij kas
- Pechvogels
- Arm
- bezitloos
- benard
- uitgeput
- onbemiddeld
Nearest Words of beggarliness
- beggarly => bedelachtig
- beggarman => bedelaar
- beggar-my-neighbor => bedelaar-mijn-buurman
- beggar-my-neighbor policy => bedelaar-mijn-buurmanbeleid
- beggar-my-neighbor strategy => Bedel-mijn-buurman-strategie
- beggar-my-neighbour => bedelende buur
- beggar-my-neighbour policy => Bedel mijn buur-beleid
- beggar-my-neighbour strategy => Beggar-my-neighbour-strategie
- beggar's lice => bedelaarsluis
- beggar's ticks => Klitten
Definitions and Meaning of beggarliness in English
beggarliness (n.)
The quality or state of being beggarly; meanness.
FAQs About the word beggarliness
bedelarij
The quality or state of being beggarly; meanness.
bedelaar,Failliet,arm,arm,Bankroet,failliet,neerslachtig,beroofd,armlastig,berooid
Begoed,vet,FLUSH,vermogend,vermogend,vorstelijk,rijk,rijk,welgesteld,comfortabel
beggarism => bedelen, beggaring => bedelaar, beggarhood => bedelarij, beggared => bedelaar, beggar lice => Kinderluis,