Dutch Meaning of affluent
Begoed
Other Dutch words related to Begoed
- rijk
- rijk
- vermogend
- vermogend
- vorstelijk
- Welvarend
- succesvol
- welgesteld
- welgesteld
- welgesteld
- welgesteld
- Dikke kapitalist
- bevoordeeld
- beter af
- gezegend
- gezegend
- comfortabel
- vet
- bloeiend
- FLUSH
- geladen
- geprivilegieerd
- welgesteld
- bloeiend
- zijden kous
- aanzienlijk
- florerend
- welgesteld
- vermogend
- in de chips
Nearest Words of affluent
Definitions and Meaning of affluent in English
affluent (n)
an affluent person; a person who is financially well off
a branch that flows into the main stream
affluent (s)
having an abundant supply of money or possessions of value
affluent (a.)
Flowing to; flowing abundantly.
Abundant; copious; plenteous; hence, wealthy; abounding in goods or riches.
affluent (n.)
A stream or river flowing into a larger river or into a lake; a tributary stream.
FAQs About the word affluent
Begoed
an affluent person; a person who is financially well off, a branch that flows into the main stream, having an abundant supply of money or possessions of valueFl
rijk,rijk,vermogend,vermogend,vorstelijk,Welvarend,succesvol,welgesteld,welgesteld,welgesteld
beroofd,armlastig,kansarmen,onvermogend,arm,behoeftig,behoeftig,Berooid,armoedig,arm
affluency => welvaart, affluence => Welvaart, afflictively => droevig, afflictive => pijnlijk, afflictionless => ongedeerd,
