Dutch Meaning of auditing
Audit
Other Dutch words related to Audit
- onderzoekend
- inspecterend
- beoordelend
- scannen
- landmeten.
- weergave
- Analyseren
- uitchecken (out)
- bedrog
- verkennen
- revisie
- onderzoeken
- toezicht
- nauwkeurig onderzoekend
- studeert
- kijken
- categoriseren
- classificeren
- kammen
- (verdiepen (in)
- ontleden
- opmerken
- observeren
- met uitzicht op
- Parsen
- lezen
- loodgieter
- speuren (naar)
- peilen
- opnieuw beoordelen
- controleren
- onderzoek
Nearest Words of auditing
- audited account => Gecontroleerde rekening
- audited => gecontroleerd
- audita querela => Audita querela
- audit programme => Auditprogramma
- audit program => Auditprogramma
- audit => audit
- audiphone => gehoorapparaat
- audiovisual aid => Audiovisueel hulpmiddel
- audiovisual => audiovisueel
- audiotape => Audiocassette
Definitions and Meaning of auditing in English
auditing (p. pr. & vb. n.)
of Audit
FAQs About the word auditing
Audit
of Audit
onderzoekend,inspecterend,beoordelend,scannen,landmeten.,weergave,Analyseren,uitchecken (out),bedrog,verkennen
vluchtig (bekijken of overvliegen),vermist,skimming
audited account => Gecontroleerde rekening, audited => gecontroleerd, audita querela => Audita querela, audit programme => Auditprogramma, audit program => Auditprogramma,