Dutch Meaning of accessibility
Toegankelijkheid
Other Dutch words related to Toegankelijkheid
Nearest Words of accessibility
Definitions and Meaning of accessibility in English
accessibility (n)
the quality of being at hand when needed
the attribute of being easy to meet or deal with
accessibility (n.)
The quality of being accessible, or of admitting approach; receptibility.
FAQs About the word accessibility
Toegankelijkheid
the quality of being at hand when needed, the attribute of being easy to meet or deal withThe quality of being accessible, or of admitting approach; receptibili
Haalbaarheid,beschikbaarheid,beschikbaarheid,verkrijgbaarheid,helderheid,openheid,leegte,vacature,vacature
volheid,volheid,ontoegankelijkheid,onbeschikbaarheid,Onbereikbaarheid
accessary => accessoire, accessariness => toegankelijkheid, accessarily => Noodzakelijkerwijs, accessaries => accessoires, access time => Toegangs tijd (Access time),
