Dutch Meaning of worked up
opgewonden
Other Dutch words related to opgewonden
- boos
- boos
- Beroerd
- Geïrriteerd
- ontevreden
- woedend
- zat zijn
- rokende
- verbolgen
- Verontwaardigd
- woedend
- woedend
- Asgrauw
- Verontwaardigd
- geïrriteerd
- stomen
- van streek
- Gesmeed (opgewerkt)
- woedend
- gek
- gekrenkt
- opgewonden
- onvriendelijk
- pijnlijk
- Aangevinkt
- vermoeid
- tee off
- walgend
- als een rund
- misselijk
- afgestoten
- afgestoten
- in opstand
- geschokt
- ziek
- ziek
Nearest Words of worked up
Definitions and Meaning of worked up in English
worked up (s)
(of persons) excessively affected by emotion
FAQs About the word worked up
opgewonden
(of persons) excessively affected by emotion
boos,boos,Beroerd,Geïrriteerd,ontevreden,woedend,zat zijn,rokende,verbolgen,Verontwaardigd
Verblijd,dankbaar,blij,tevreden,dankbaar,betoverd,betoverd,geboeid,gefascineerd,gebiologeerd
worked => werkte, workday => werkdag, work-clothing => werkkleding, work-clothes => Werkkleding, workbox => Werkbak,
