Dutch Meaning of win (over)
winnen (van)
Other Dutch words related to winnen (van)
- brengen
- overtuigen
- krijgen
- overtuigen
- bevredigen
- ruziemaken
- aantrekken
- overhalen
- converteren
- winst
- induceren
- bewegen
- aandrang
- heersen over (of op)
- praten (tot)
- aantrekkingskracht
- misleiden
- Vleyen
- blarney
- brainwashen
- Vleien
- kauwen
- overhalen
- converseren
- debat
- geschil
- tekenen
- verleiden
- smeken
- vermanen
- hellend
- invloed
- Rente
- Leidden
- lokmiddel
- discutabel
- te hard overtuigen
- prompt
- verkopen
- sneeuw
- zwaaien
- verleiden
- vleien
- Snel praten
- hash (over)
- reden (met)
Nearest Words of win (over)
Definitions and Meaning of win (over) in English
win (over)
to persuade (someone) to accept and support something (such as an idea) after opposing it
FAQs About the word win (over)
winnen (van)
to persuade (someone) to accept and support something (such as an idea) after opposing it
brengen,overtuigen,krijgen,overtuigen,bevredigen,ruziemaken,aantrekken,overhalen,converteren,winst
afschrikken,ontmoedigen,Afhouden,onverkocht
win (back) => terugwinnen, win (against) => winnen (tegens), wimps => watjes, wimpishness => Lafheid, wimpiness => Lafheid,